Over ons
Mare Liberum
Mare Liberum (2009), een compositie door Roel van Oosten in opdracht van het Haags Toonkunstkoor
Op 11 december 2009 vond in de Dr Anton Philipszaal in Den Haag de wereldpremière plaats van Mare Liberum, een compositie van Roel van Oosten voor sopraan, bariton, gemengd koor en orkest in opdracht van het Haags Toonkunstkoor. Met Mare Liberum heeft het Haags Toonkunstkoor een werk laten schrijven dat in alle opzichten past bij de stad waarmee het verbonden is.
Het idee voor een compositieopdracht werd geboren op 13 april 2005 toen de voorzitter van het HTK, Gerard van Egmond, kennismaakte met de Haagse componist Roel van Oosten. Het koor had die avond Les Amours van Van Oosten gezongen.
In de weken daarna gingen Van Egmond en Van Oosten samen op zoek naar een aansprekend concept voor een nieuw te componeren werk. Het was Hans Kreuzen, lid van de Kwaliteitscommissie van het HTK, die het idee inbracht om een relatie te leggen met Hugo de Groot en de publicatie van diens Mare Liberum in 1609. In dit werk had Grotius, destijds werkzaam als advocaat-fiscaal bij het Hof van Holland en woonachtig in Den Haag, de nu nog steeds geldende grondslagen voor het volken- en zeerecht gelegd. Dit thema zou uitstekend passen bij de identiteit van Den Haag als ‘wereldstad van vrede en recht’. Er waren nog vier jaar om van dit idee in 2005 te komen tot een première, 400 jaar na het verschijnen van Mare Liberum.
Vrede en recht
Gerard van Egmond kwam via de algemeen directeur van het Vredespaleis, Steven van Hoogstraten, in contact met Jeroen Vervliet, als directeur-bibliothecaris de trotse beheerder van het eerste exemplaar van Grotius’ publicatie. Het idee van de nieuwe compositie werd niet alleen door hen met enthousiasme ontvangen, maar kon ook al gauw rekenen op de steun van het Haagse gemeentebestuur.
Van Egmond, Vervliet en Van Oosten hebben in het voorjaar van 2006 de inhoudelijke lijnen besproken waaraan de compositie zou moeten voldoen. Het werk zou in elk geval teksten van Hugo de Groot over de grondslagen voor het volkenrecht en het recht van de zee moeten bevatten. Het was Oane Wierdsma, de dirigent en artistiek leider van het koor, die voorstelde om er een dramatische verhaallijn aan toe te voegen, een ‘tekst van vlees en bloed’ die in interactie kon gaan met de nogal formele termen van Hugo de Groot en die de relatie met de actualiteit kon leggen.
Vanaf maart 2007 tot najaar 2008 hebben Roel van Oosten en Jeroen Vervliet de gedetailleerde uitwerking van het libretto ter hand genomen. Behalve de precieze selectie en ordening van teksten uit het omvangrijke werk van Hugo de Groot, zijn in deze periode gedichten gezocht die geschikt waren voor de actuele verhaallijn. Dit werden Dulce Et Decorum Est (1917/18) van Wilfred Owen, In Flanders Fields (1915) van John McCrae en Leaves of Grass (1900) Walt Whitman.
Fondsenwerving
Het concept van de compositieopdracht bleek veel instanties, organisaties en bedrijven aan te spreken en de fondsenwerving, verliep voorspoedig. Vooral door de inspanningen van koorlid Fons Janssen werd de benodigde 45.000 euro snel gevonden. Nog vóór de fondsenwerving volledig was voltooid, kon op 28 februari 2007 de formele compositieopdracht aan Roel van Oosten worden gegeven.
V.l.n.r. Jeroen Vervliet, Gerard Goossens, Roel van Oosten en Gerard van Egmond
Het overleg met het gemeentebestuur was steeds gericht op een ruimer perspectief: een breed programma van activiteiten in Den Haag onder de noemer ‘recht en vrede’, waarvan de eerste uitvoering van Mare Liberum het hoogtepunt zou zijn. Wethouder van Cultuur Jetta Klijnsma besloot dit idee te laten uitwerken tot een festival Mare Liberum 1609-2009. Een groot aantal culturele, educatieve en wetenschappelijke projecten maakte hiervan deel uit, waaraan vele Haagse organisaties hebben bijgedragen.
Oane Wierdsma
Juist op 22 januari 2008, de dag waarop Roel van Oosten en Jeroen Vervliet voor het eerst de compositie presenteerden aan leden en donateurs van het Haags Toonkunstkoor, had dirigent Oane Wierdsma van zijn artsen gehoord dat hij slokdarmkanker had. Hij heeft de première niet meer mogen meebeleven. Op een van zijn laatste dagen, vlak voor zijn overlijden op 17 oktober, drukte Oane Wierdsma bestuurssecretaris Ria Roelands op het hart te zorgen voor een goede vervangende dirigent voor de première. Uit dank en waardering voor zijn inspanningen en betrokkenheid als dirigent van het Haags Toonkunstkoor sinds 1982, is Mare Liberum aan Oane Wierdsma opgedragen.
Première
De première op 11 december 2009 in de Dr Anton Philipszaal werd uitgevoerd met het Residentie Orkest en stond onder leiding van Daan Admiraal, inmiddels de nieuwe dirigent van het koor. Het was een feestelijke avond die ook werd bijgewoond door vertegenwoordigers van de internationale juridische gemeenschap in Den Haag en van het gemeentebestuur. Tijdens de receptie na afloop in het Atrium van het stadhuis kreeg voorzitter Gerard van Egmond de Stadsspeld van Den Haag voor zijn grote inzet voor het koor.
Dagblad Trouw schreef na afloop over ‘indrukwekkende muziek’, waarmee Roel van Oosten bewees ‘ook een grootschalige opzet en “lange adem” aan te kunnen’. De Telegraaf kopte ‘Zeerecht op muziek blijkt smaakmaker’ en het AD Haagsche Courant schreef ‘Componist Roel van Oosten laat Hugo de Groot swingen’. Het werk is de afgelopen jaren al door verschillende koren en orkesten in Nederland, Duitsland en België uitgevoerd, en is uitgegeven op CD.
Mare Liberum is in 2009 uitgegeven door Ascolta Music Publishing, Houten. De CD is in 2013 verschenen bij Aliud Records